We spreken van een articulatiestoornis wanneer kinderen niet in staat zijn om de klanken juist uit te spreken of te gebruiken. Kinderen moeten deze klanken nog leren en dus is het heel normaal dat er bij een kind op een bepaalde leeftijd de klanken nog onjuist uitgesproken worden.

Wanneer het kind achterloopt in zijn spraakontwikkeling in vergelijking met zijn leeftijdsgenootjes, is er sprake van een articulatiestoornis. Er is onderscheid te maken tussen fonologische articulatieproblemen en fonetische articulatieproblemen.

Fonetische articulatiestoornis:
Wanneer een kind een bepaalde klank niet goed kan uitspreken.

Fonologische articulatiestoornis:
Hier kunnen de klanken wel gevormd worden, maar kunnen de kinderen de klanken niet correct gebruiken bij het maken van woorden.

Wat doet de logopedist?

Het niet of slecht spreken leidt tot problemen in de communicatie. Het kind kan namelijk niet of nauwelijks duidelijk maken wat het wil en wordt daarom soms niet begrepen door zijn omgeving. De logopedist doet onderzoek naar de articulatieproblemen. Daarna kan er een behandeling worden gestart. De duur en resultaten van de logopedische therapie zijn afhankelijk van de ernst, leeftijd en het articulatieprobleem.